|
Disproportioneel hoog percentage Nobel prijswinnaars onder New Yorkse Joden.
Met de toekenning van de Nobelprijzen voor chemie en ekonomie aan resp. Dr. Robert Lefkowitz en Alvin Roth, is het aantal Nobel lareaten die in New York op openbare scholen zaten, tot veertig gestegen. Van die veertig Nobelprijswinnaars zijn er 35 Joods. En als we de twee Nobel bekroonden meetellen die prive scholen bezochten, Murray Gellman( natuurkunde) en Robert Aumann (ekonomie) dan komen we zelfs uit op 37 New Yorkse Joden. (Aumann, een orthodoxe Jood, is later naar Israel geemigreerd en is nu verbonden aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem.)
Uitgesplitst naar tak van wetenschap ziet het plaatje voor de 37 er zo uit: 14 Nobelprijzen voor natuurkunde; 12 voor medicijnen; 5 voor chemie; 5 voor ekonomie; en een Nobelprijs voor de Vrede, toegekend aan diplomaat Henry Kissinger. Slechts twee vrouwen wonnen Nobelprijzen, beide voor medicijnen: Rosalyn Sussman Yalow en Gertrude Elion.
De meesten van deze bekroonde Joodse wetenschappers zijn kinderen of kleinkinderen van de oosteuropese Joden die tussen 1881 en 1924 als immigranten de V.S. binnenkwamen, vaak op de vlucht voor pogroms en ander vormen van anitsemitisme. Het zegt in de eerste plaats iets over de uitstekende kwaliteit die het openbaar onderwijs in New York vanaf het einde van de 19de eeuw kenmerkte. En ten tweede iets over de waarde die er in het Joodse immigranten milieu werd gehecht aan kennis verwerven. Eeuwen van Joodse geletterdheid en Talmoed-Thora studie hebben daarvoor de basis gelegd.
(ontleend aan: The Times of Israel, 11/12/'12: New York Jews won't stop winning Nobel Prizes, door Mark Schulte.)
Eva van Sonderen