|
HEMD
Acht jaar oud was ik en, al zeg ik het zelf, een gehoorzaam meisje, niet omdat ik saai was, maar ik kon goed met mijn ouders opschieten.
Ik was lid van "De Jeugd", een jeugdvereniging zoals de naam al aangaf, gerund door vooral Amsterdamse Joden van de dertiger jaren in de vorige eeuw. Er waren diverse clubjes, zoals met pitriet en vooral raffia nutteloze voorwerpen maken, die door de ouders met gratie in ontvangst genomen dienden te worden, en ook een clubje voor ritmisch dansen. De lerares was een bekende danseres, Jodin, die er plezier in had de meestal Joodse kinderen iets van ballet bij te brengen. Ook de pianiste was een Joodse vrouw, wier dochtertje dezelfde "klas" bezocht als ik.
Ik vrees dat ik geen erg elegante danseres was, nogal dik en klein, maar niemand maakte daar opmerkingen over, want de danseres was dat ook, ondanks haar beroep.
Op een dag kregen we te horen dat er over een paar maanden een echte uitvoering zou komen in een heus theater, voor alle ouders, grootouders, oom en tantes en wie maar komen wou. De pianiste werd niet moe op verzoek van de danseres steeds dezelfde strofen van één van de mazurka's van Chopin opnieuw te spelen, zodat de dansbewegingen heel goed geleerd werden. Niet lachen mensen, nú nog herinner ik me enkele dansbewegingen bij sommige stukjes muziek van Chopin!
Op één van die woensdagmiddagen kwam een dame, die bij ons de maat nam en voor elk van de danseresjes apart een beeldschoon bloemetjesjurkje naaide: een strak lijfje met schouderbandjes, een aangerimpelde rok, rose bloemetjes op een wit fond. We mochten het mee naar huis nemen, blij liet ik het thuis zien en ik ging op bezoek bij dichtbij wonende tantes en ooms om ook hen een paar danspasjes voor te doen met het jurkje aan.
Mijn moeder vond het ook heel leuk, maar, zei ze, het tocht altijd zo achter de coulissen. Hoe ze dat kon weten? Volgens mij is ze nooit achter enige coulis geweest. Echter, opdat ik geen kou zou vatten in die tocht, verordonneerde ze dat ik bij de uitvoering een hemd onder het jurkje moest dragen!
Ik griende bij voorbaat mijn ogen rood, riep dat niemand van de meisjes een hémd aan moest, stel je voor, maar het gaf niets en mijn vader had geen enkel verstand van coulissen en tocht daarachter, dus hij steunde me niet.
De grote dag kwam en ons gezin vertrok, ik natuurlijk heel zenuwachtig, naar theater Bellevue in de Marnixstraat (bestaat nog!), mét hemd in een tas, tesamen met het japonnetje; de zaal vol van bij voorbaat vertederde ouders en aanverwanten. De zaal was versierd met lampionnetjes en zag er heel feestelijk uit. De danseresjes werden opgetrommeld, we verdwenen achter de zo verdacht gemaakte coulissen en in de kleedkamers konden we ons verkleden. Ik stond met het hemd in mijn handen, gewikkeld in hevige tweestrijd; "opschieten" werd geroepen. Ik stopte het hemd in de tas, trok het jurkje aan en verscheen zónder hemd op het toneel.
Die avond was ik een óngehoorzaam kind - de tocht achter de coulissen had medelijden met me, ik bleef gezond en mijn moeder was zo tevreden over onze prestaties dat mijn ongehoorzaamheid zonder gevolgen bleef.....
NIW 159 niw.nl.