|
Het begon op maandag met mijn vaste polikliniek in Qalqilia, waar we door de grote vacantie al lang niet geweest waren. Veel en interessante patienten, en een nieuwe jonge dokter, dus we beginnen weer opnieuw met de routine in te stampen.
Woensdagavond de cursus International Humanitarian Law, de derde lezing in een serie van zes, die laat zien wat Israel doet met de bestaande internationale wetgeving. Veel van de tegenstrijdigheden in het israelische gedrag komen er op neer dat Israel niet erkent dat de bezette gebiedsdelen inderdaad bezette gebiedsdelen zijn. De argumenten daarvoor zijn dat de Westelijke Oever juridisch nooit aan Jordanie behoorde, dus in een legaal limbo bestond, en als zodanig werd overgenomen door Israel in 1967. Dus gecontinueerd legaal limbo. Slim, he? Over Gaza hoeven we helemaal niet te spreken, want dat hebben we keurig ontruimd, en blokkade? Alleen voor zaken die als militaire wapens gezien kunnen worden, inclusief elastiekjes en kauwgum.
Vrijdag riep de olijvenpluk. Ja, het is weer zover; dat vergeet je daar zo in de kou. Ditmaal onder de aegis van Rabbijnen voor Mensenrechten. In die opzet waren we nog niet eerder op stap geweest. We plukten ongestoord olijven samen met de palestijnse familie, terwijl op een steenworp afstand palestijnse arbeiders aan de uitbreiding van de nederzetting Kedumiem bouwen. Na anderhalf uur rustig werken op een prachtige dag, kwam opeens, net in de koffiepause, een legereenheid ons sommeren om direct op te houden. We waren te dicht bij de nederzetting Kedumiem, en de settlers hadden ons kennelijk gezien. Dit is de woonplaats van Daniella Weiss, een hele kwaje. De dienstdoende officier was vriendelijk, correct en zeer beslist. We mochten eventueel op zondag terug komen, maar de werkvergunning van de palestijnse eigenaars ‑ uitgereikt door een geheel andere instantie ‑ liep op zaterdag af. En de rabbijnen, hoewel liberaal, reizen niet op shabat, dus geen aanwezigheid van Joden om de Palestijnen een beetje te beschermen tegen de ernstigste agressie van de settlers. Zeer verwarrend, en uiteindelijk blijven op die manier de olijven ongeplukt aan de bomen hangen tot de settlers ze heel handig zelf kunnen plukken/stelen? Toen we een eind verderop in een andere olijvenboomgaard verder wilden werken, had het leger ons goed in de gaten gehouden, en bleek het daar 'gesloten militair gebied' te zijn. Die truc kennen jullie al, hoop ik. Deze boomgaard lag weer heel dicht bij de nederzetting Mitspe Yishai, iets ten zuiden van Kedumiem, en die zien ons ook liever niet. Zodoende waren we op tijd thuis voor een middagslaapje. Al die frisse buitenlucht.
De week op zaterdag afgesloten met een medisch bezoek aan Burien (in de buurt van Nablus), dat ernstig lijdt aan de nabijheid van Yizhar en Bracha (deze laatste nederzetting heet vertaald: zegen; dat wordt door de bewoners van Burien niet helemaal als zodanig ervaren). Na afloop van de medische dag kregen we nog even een rondleiding langs de recent door settlers gevandaliseerde olijfboomgaarden. Dit gebeurt of met kettingzagen of met een vuurtje onder de boom. Allebei zeer effectief. Alleen dit seizoen al zijn er ongeveer 4000 olijfbomen vernield op die manier. Dit is de enige bron van inkomsten van de dorpelingen. Sloot ideologisch mooi aan bij de olijvenpluk van de vorige dag.
Laat er geen misverstand ontstaan bij de lezers; dit was een wat overvolle week met uren reizen in kleine autobusjes. Zo bont maak ik het gewoonlijk niet.
Eldad Kisch; october 2010.